Wat is beschermingsbewind?
Beschemingsbewind is een maatregel die een rechter kan nemen ten behoeve van een meerderjarige die vanwege zijn lichamelijke en/of geestelijke toestand dan wel het hebben van problematische schulden niet goed zijn belangen van vermogensrechtelijke aard kan behartigen. De maatregel houdt in dat de rechter iemand als bewindvoerder over het vermogen van de persoon aanstelt. Het wordt ook wel beschermingsbewind genoemd, bedoeld ter bescherming van de persoon in kwestie en zijn of haar vermogen. Let wel: de rechter kan ook een bewindvoerder aanstellen die ten dienste staat van de belangen van de schuldeisers, de WSNP-bewindvoerder.
Situatie in Nederland
In Nederland is onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen, kortweg onderbewindstelling, en ter onderscheiding van andere soorten bewind ook kortweg genoemd beschermingsbewind, geregeld in Titel 19 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (art. 431 e.v.). Deze regeling bestaat sinds 1982. De rechter geeft aan voor welke goederen en geldbedragen het bewind geldt. Het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton (LOCVK) geeft aanbevelingen met betrekking tot de uitvoering van het bewind.
Het verschil met curatele is dat bij iemand voor wie een bewindvoerder is aangesteld, deze persoon handelingsbekwaam blijft. Iemand voor wie een bewindvoerder is aangesteld kan dus bijvoorbeeld wel zelf een testament maken, maar niet zijn huis verkopen. Iemand die onder curatele is gesteld, is handelingsonbekwaam en kan daarom ook niet zelfstandig een testament opmaken.
In bijzondere gevallen, namelijk als de bescherming ook betrekking heeft op de geestelijke vermogens van betrokkene, gaat het naast de goederen, ook om de persoon van betrokkene. Dit wil zeggen dat de rechter ook een last tot verzorging af kan geven aan bijvoorbeeld een verplegings- of verzorgingstehuis.
Bij schenken en nalaten kan de schenker, resp. de erflater bepalen dat het geschonkene / nagelatene onder bewind zal staan. Hiervoor is niet vereist dat de begiftigde de bekwaamheid mist om het geschonkene / nagelatene zelf te beheren.
De Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap is op 1 januari 2014 in werking getreden. Verkwisting als curatelegrond is verdwenen en als grond voor beschermingsbewind toegevoegd. Ook zijn problematische schulden als grond voor beschermingsbewind toegevoegd (schuldenbewind). Net als al geldt voor curatele, worden ook mensen die in aanmerking komen voor een schuldenbewind, toegevoegd aan een openbaar register, waarin rechtsfeiten worden aangetekend die betrekking hebben op onderbewindstelling.
Per 1 januari 2014 geldt: Indien een meerderjarige tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen, als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel verkwisting of het hebben van problematische schulden, kan de kantonrechter een bewind instellen over één of meer van de goederen, die hem als rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren. Ook de gemeente kan de rechter een verzoek doen tot instelling van een beschermingsbewind wegens verkwisting of het hebben van problematische schulden. De wenselijkheid van zo'n maatregel kan bijvoorbeeld blijken als een betrokkene voor schuldhulpverlening bij de gemeente terechtkomt.
Wat is het verschil tussen beschermingsbewind en een WSNP bewind?
Beschermingsbewind is een maatregel, ingesteld door de kantonrechter, en is bedoeld voor mensen die door hun lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of blijvend niet in staat zijn om hun financiële belangen te behartigen.
De WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen) is een wet die de rechter gebruikt om uw schulden te saneren. Dit kan pas worden ingesteld als blijkt dat er geen regeling kan worden getroffen met uw schuldeisers. Een WSNP bewindvoerder ziet erop toe dat de schuldenaar zich optimaal inspant om zoveel mogelijk geld voor aflossing van de schulden bijeen te brengen en dat geen nieuwe schulden ontstaan. Schuldenaren die voldoen aan de verplichtingen die de WSNP stelt, verkrijgen na afloop een schone lei. Het opgespaarde bedrag wordt verdeeld onder de schuldeisers en het restant wordt kwijtgescholden. Komt een schuldenaar de verplichtingen niet na, dan eindigt de schuldsanering en herleven alle schulden weer. Het traject is niet eenvoudig te doorlopen.
Beschermingsbewind en WSNP bewind kunnen heel goed samen gaan. De beschermingsbewindvoerder zal de aflossingen en de informatie aan de WSNP bewindvoerder leveren, waardoor het WSNP traject (in de meeste gevallen) succesvol zal worden afgesloten.
Wat is budgetbeheer?
Onder budgetbeheer wordt in Nederland in de maatschappelijke hulpverlening verstaan dat het inkomen van iemand tegen betaling door een onafhankelijke derde wordt beheerd. Ook wel schuldhulpverlening genoemd. Budgetbeheer wordt vaak uitgebreid met budgetcoaching.
Mensen die door omstandigheden niet zelf voor een goede financiële huishouding kunnen zorgen kunnen zich melden bij boor budgetbeheer. Dit kan dus ook bij Van Diepen Bewindvoering. Het inkomen komt binnen bij de budgetbeheerder. Deze zorgt voor de betaling van vaste lasten en, afhankelijk van de zwaarte van het budgetbeheer, binnenkomende rekeningen. Dit wordt tevoren vastgelegd in een budgetplan. De cliënt krijgt een afgesproken bedrag per week of per maand als leefgeld. Voor betalingen die niet iedere maand plaatsvinden wordt een bedrag gereserveerd tot de betreffende betaling moet plaatsvinden. Ook kan een bedrag worden gereserveerd voor onvoorziene uitgaven.
Budgetbeheer moet voorkomen dat er schulden ontstaan of dat eventuele schulden oplopen. Budgetbeheer kan ook aflossingen van schulden betalen uit het budget.
De kosten die verbonden zijn aan budgetbeheer worden door de klant zelf betaald.
Wat is curatele?
Curatele is een rechterlijke maatregel ter bescherming van een meerderjarige die als gevolg van een lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel een gewoonte van drank- of drugsmisbruik, niet in staat is om zijn of haar belangen behoorlijk waar te nemen. Curatele is in Nederland geregeld in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, en wel in Titel 16 van artikel 1:378 tot en met 1:391.
Gronden voor curatele
In artikel 1:378 van het Burgerlijk Wetboek worden de limitatieve redenen opgesomd voor curatele:
- zijn lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel
- gewoonte van drank- of drugsmisbruik.
Tot 1 januari 2014 bevatte het artikel hiernaast nog de grond 'verkwisting'. Deze is met de wetswijziging van Titel 1.16 geschrapt uit het artikel. Verkwisting als grondslag voor curatele is sindsdien toegevoegd als grondslag voor bewindvoering.
Gevolgen van curatele
Als gevolg van de ondercuratelestelling is een curandus niet meer in staat zelfstandig rechtshandelingen te verrichten. Hij/zij is bijvoorbeeld niet meer in staat tot het sluiten van overeenkomsten. Indien een curandus niettemin een overeenkomst sluit, kan de curator deze overeenkomst nietig verklaren (ongedaan maken). Uitzondering hierop is het beschikken over geld dat de curandus voor zijn levensonderhoud ter beschikking is gesteld zoals, maar niet alleen, huishoudgeld, zakgeld en kleedgeld (art. 1:381 lid 5 BW).
Wie wegens verkwisting of gewoonte van drankmisbruik onder curatele staat, blijft bekwaam tot het verrichten van familierechtelijke handelingen voor zover de wet niet anders bepaalt 1:382 BW. Om een huwelijk aan te gaan heeft hij/zij echter toestemming nodig van de curator 1:37 BW. Weigert deze toestemming, dan kan hij/zij op verzoek van de curandus vervangen worden door toestemming van de kantonrechter. Voor wie wegens geestelijke stoornis onder curatele staat, geldt dat toestemming van de kantonrechter hiervoor sowieso vereist is.
Aanvragen van ondercuratelestelling
Een verzoek tot ondercuratelestelling dienst te worden ingediend bij de sector kanton van de rechtbank in het rechtsgebied (arrondissement) waar de betrokkene woont. Voor een verzoek tot ondercuratelestelling is geen advocaat nodig. Als het verzoek bij de rechtbank is ontvangen, volgt er een zitting. Op de zitting vraagt de rechter de mening van de betrokkene, de partner en familieleden van de betrokkene over de gevraagde maatregel. De familieleden die schriftelijk hebben verklaard dat zij met de maatregel instemmen, worden in de regel niet meer voor de zitting opgeroepen. Wel wordt de mening van de betrokkene gevraagd. Als de betrokkene zelf niet op de zitting kan verschijnen, kan de rechter op de verblijfslocatie komen (meestal een instelling), waar hij/zij verblijft. De maatregel gaat in op de dag dat de rechter de uitspraak doet. Aan de behandeling van de aanvraag zijn kosten (griffierechten) verbonden, die door de curandus dienen te worden voldaan.
In de aanvraag voor ondercuratelestelling wordt een voorstel gedaan voor een curator. Een curator is altijd een natuurlijk persoon en kan geen rechtspersoon (bijvoorbeeld een instelling) zijn. Een curator mag zelf niet onder curatele of bewind staan.
Voor het aanvragen of wijzigen van curatele bestaan speciale formulieren, die onder andere online en bij de griffies van de rechtbanken beschikbaar zijn.
Beëindiging
Curatele eindigt:
- als de curandus zelf weer de belangen kan behartigen. In zo'n geval dient de rechter de maatregel echter wel eerst op te heffen.
- als de curandus overlijdt;
- als de curatelemaatregel voor een bepaalde periode is afgesproken, eindigt de maatregel automatisch na deze periode.
Beëindiging van de maatregel tijdens het leven van de curandus kan alleen door opheffing van deze maatregel door de kantonrechter. Voor de opheffing van de ondercuratelestelling dient een verzoek gedaan te worden bij de betreffende rechtbank door de betrokkene, de partner of verwanten tot in de vierde graad.
Verder eindigt de curatele als die door een onderbewindstelling of een mentorschap wordt vervangen. Omgekeerd eindigt de onderbewindstelling of het mentorschap ook als die door een ondercuratelestelling wordt vervangen.
De taak van de curator eindigt bij het opheffen van de maatregel. Andere redenen voor de beëindiging van de taak van de curator zijn het overlijden of het ontslag van de curator.
Curator
In principe kan iedereen die meerderjarig is tot curator worden benoemd. Bij de benoeming van een curator dient zoveel mogelijk de uitdrukkelijke voorkeur te worden aangehouden van de rechthebbende (curandus). Na de curandus komen de partner van de betrokkene in aanmerking, en vervolgens de overige familieleden tot in de vierde lijn.
Volgens de wet kan de kantonrechter slechts één curator benoemen. De Hoge Raad heeft echter op 1 december 2000 beslist dat er twee curatoren benoemd kunnen worden als het gaat om ouders wiens (meerderjarige) kind onder curatele gesteld wordt. Beide ouders blijven dan samen formeel verantwoordelijk voor hun meerderjarige kind.
Verplichtingen
De curator dient een inventarisatie te maken van hetgeen de onder curatele gestelde ten tijde van de instelling van de curatele aan vermogensbestanddelen in bezit heeft. Daarnaast dient hij/zij een boedelbeschrijving te verstrekken inclusief een overzicht van de lopende inkomsten en uitgaven. Nadat de curator de boedelbeschrijving heeft ingediend, dient de curator periodiek - in de regel ieder jaar - rekening en verantwoording over het gevoerde beheer af te leggen aan de rechtbank. De curator behartigt naast de financiële of zakelijke belangen, ook belangen als verzorging, verpleging, behandeling of begeleiding. De curator dient de onder curatele gestelde, indien mogelijk, altijd zo veel mogelijk te betrekken bij de keuzes die de curator maakt of wil maken. De curator dient de onder curatele gestelde te stimuleren om zo veel mogelijk zelf te beslissen en te doen, als hij/zij daartoe in staat is. Dit wordt ook wel genoemd het stimuleren van de zelfredzaamheid van de onder curatele gestelde. Als de onder curatele gestelde daar niet toe in staat is - de onder curatele gestelde is dan ‘wilsonbekwaam’ - beslist de curator samen met de hulpverlener over zaken zoals bijvoorbeeld de medische behandeling, of over het zorgplan. De inkomsten van de onder curatele gestelde - veelal een uitkering - dienen in de eerste plaats te worden besteed aan zijn of haar verzorging.
Bevoegdheden
De curator kan ook op persoonlijk vlak advies geven, bijvoorbeeld over het wel of niet omgaan met bepaalde mensen. Hij/zij bepaalt de verblijfplaats van de betrokkene, tenzij het om een gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis gaat. De curator mag niet vertegenwoordigend optreden als het om een hoogst persoonlijke rechtshandeling gaat. Dit is een rechtshandeling waarbij het zozeer op de mening van de onder curatele gestelde zelf aankomt, dat alleen hij/zij mag beslissen.
Zo mag een curator geen testament voor de wilsonbekwame onder curatele gestelde maken. Ook mag er geen, namens de onder curatele gestelde, schriftelijke wilsverklaring gegeven worden, waarbij de toestemming voor medische verrichtingen wordt geweigerd.
Er mag wel een non-reanimatie verklaring worden opgesteld. Tevens is het mogelijk dat de curator de wens formuleert de onder curatele gestelde te laten versterven (geen voeding en water toedienen als de onder curatele gestelde in coma is geraakt). Euthanasie en de bijbehorende verklaringen mogen niet.
Vergoeding
De (maximale) vergoedingen zijn bepaald door het Landelijk OVerleg Vakinhoud Civiel en Kanton (LOVCK). Deze zijn voornamelijk gebaseerd op de werkelijke kosten op basis van een gemiddelde voor alle onder curatele gestelden.
Toezicht curator
De rechtbank, sector kanton, houdt toezicht op de curator. De kantonrechter kan de curator te allen tijde voor verhoor bij hem/haar roepen. De curator is dan verplicht alle door de kantonrechter gewenste inlichtingen te verstrekken.
Wat is mentorschap?
Een mentorschap is een door een Nederlandse kantonrechter op te leggen maatregel. Een persoon voor wie mentorschap is ingesteld, is niet in staat om zelf zijn niet-vermogensrechtelijke belangen te behartigen. Een mentor wordt aangesteld om dit namens de betreffende persoon te doen.
De rechter kan voor de personen die niet in staat zijn hun belangen van niet-vermogensrechtelijke aard waar te nemen een mentorschap instellen. Het mentorschap is beschreven in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (Titel 20, art. 450 e.v.). De mentor vertegenwoordigt de betrokkene waarvoor hij mentor is in en buiten rechte in aangelegenheden betreffende verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding. De betrokkene is dan onbevoegd rechtshandelingen te verrichten inzake deze aangelegenheden. De wet bepaalt onder meer dat de mentor beslissingen neemt namens de betrokkene, maar ook dat de mentor advies geeft waar het niet-vermogensrechtelijke zaken betreft. Bovendien schrijft de wet voor dat de mentor de betrokkene zo veel mogelijk betrekt bij de vervulling van zijn of haar taak en bevordert dat de betrokkene (rechts)handelingen zelf verricht indien hij of zij daartoe in staat is.
Aanvragen van mentorschap
Een verzoek tot instelling van een mentorschap moet worden ingediend bij de sector kanton van de rechtbank in het arrondissement waar de betrokkene woont. Voor een verzoek tot instelling van het mentorschap is geen advocaat nodig.
Als het verzoek bij de rechtbank is ontvangen, wordt soms een zitting georganiseerd. Op de zitting vraagt de rechter de mening van betrokkene en eventueel de partner en familieleden over de gevraagde maatregel. De familieleden die schriftelijk hebben verklaard dat zij met de maatregel instemmen, worden in de regel niet meer voor de zitting opgeroepen. Ook de mening van de betrokkene wordt gevraagd.
Als de betrokkene zelf niet op de zitting kan verschijnen, kan de rechter naar de instelling gaan, waar hij verblijft. De maatregel gaat in op de dag dat de rechter de uitspraak doet. Aan de behandeling van de aanvraag zijn kosten (griffierechten) verbonden.
Bij de aanvraag voor instelling van het mentorschap kan een voorstel worden gedaan voor een specifieke mentor. Een mentor kan zowel een natuurlijke persoon (privépersoon) als een rechtspersoon (stichting, BV enz.) zijn. Meestal wordt een familielid als mentor benoemd. Sommige mensen hebben geen levende familieleden die bereid of in staat zijn het mentorschap te vervullen. Een vriend, buurvrouw of kennis kan dan ook als mentor worden benoemd. Als ook zo iemand niet beschikbaar is, kan bijvoorbeeld een beroep worden gedaan op een regionale stichting die vrijwilligers werft, selecteert, opleidt, koppelt en daarna begeleidt bij hun werk. Deze stichtingen coördineren ook de (juridische) aanvraagprocedure. Via mentorschap.nl kunt u een overzicht vinden van deze stichtingen mentorschap.
Voor het aanvragen of wijzigen van curatele, onderbewindstelling of mentorschap bestaan formulieren, die u kunt vinden op de website rechtspraak.nl
Beëindiging
Mentorschap eindigt:
- door tijdsverloop, indien de mentor voor een bepaalde tijd was benoemd;
- door overlijden van de mentor;
- door ondercuratelestelling of instelling van een mentorschap ten behoeve van de mentor zelf;
- door ontslag dat hem door de kantonrechter met ingang van een door de rechter bepaalde dag wordt verleend.
Ontslag kan worden verleend op verzoek van de mentor, de betrokkene, het openbaar ministerie of ambtshalve door de kantonrechter wegens gewichtige redenen of omdat de mentor niet meer voldoet aan de eisen om mentor te kunnen zijn.
Een gewezen mentor blijft verplicht al datgene te doen, wat niet zonder nadeel voor de betrokkene kan worden uitgesteld.
De mentor
De rechter volgt bij de benoeming van de mentor de uitdrukkelijke voorkeur van de betrokkene, tenzij er gegronde redenen zijn dit niet te doen. Als de voorkeur van betrokkene niet bekend is of niet gevolgd wordt geldt:
Als de betrokkene is gehuwd, een geregistreerd partnerschap is aangegaan of anderszins een levensgezel heeft, wordt bij voorkeur de echtgenoot, de geregistreerde partner dan wel andere levensgezel tot mentor benoemd. Is dit niet aan de orde dan wordt bij voorkeur één van zijn ouders, kinderen, broers of zusters tot mentor benoemd. Als ten behoeve van de betrokkene een bewind is ingesteld wordt (indien de bewindvoerder een natuurlijke persoon is) bij voorkeur de bewindvoerder tot mentor benoemd.
Geen mentor kunnen worden:
- handelingsonbekwamen;
- zij ten behoeve van wie een mentorschap is ingesteld;de direct betrokken of behandelend hulpverlener;
- personen behorende tot de leiding of tot het personeel van de instelling waar de betrokkene verblijft.
Bevoegdheden
De mentor vertegenwoordigt de betrokkene in en buiten rechte. De mentor kan de betrokkene ook toestemming verlenen deze rechtshandelingen zelf te verrichten als hij betrokkene daartoe in staat acht. De mentor geeft aan de betrokkene raad in aangelegenheden van niet-vermogensrechtelijke aard en waakt over diens belangen ter zake. Verzet de betrokkene zich tegen een handeling van ingrijpende aard dan kan die handeling slechts plaatsvinden indien dit noodzakelijk is om ernstig nadeel voor de betrokkene te voorkomen. De mentor is gehouden degene ten behoeve van wie het mentorschap is ingesteld zo veel mogelijk bij de vervulling van zijn taak te betrekken. De mentor bevordert dat de betrokkene rechtshandelingen en andere handelingen zelf verricht, indien deze tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake in staat kan worden geacht. Hij betracht de zorg van een goed mentor
Vergoeding
Een mentor kan een financiële vergoeding krijgen. De bedragen hiervoor zijn landelijk vastgesteld en worden jaarlijks geïndexeerd. Zie voor meer informatie hierover www.rijksoverheid.nl De vergoeding komt voor rekening van de betrokkene. Hij/ zij kan in aanmerking komen voor vergoeding uit de bijzondere bijstand.
Toezicht mentorschap
De mentor doet jaarlijks verslag van zijn werkzaamheden aan de kantonrechter. De kantonrechter kan tussentijd vragen om een mondelinge of schriftelijke verantwoording. Bijvoorbeeld wanneer er twijfels zijn over de uitvoering van het mentorschap door de mentor omdat hierover is geklaagd door betrokkene of personen uit zijn omgeving.